Tijdsduur van mestopslag

In drijfmest zetten methaanvormende bacteriën organische stof om in methaan. Dit proces gebeurt niet van de een op de andere dag. Het kan maanden duren voor alle methaan is gevormd. Mest wordt buiten het bemestingsseizoen 6 tot 9 maanden opgeslagen, waardoor de bacteriën ruim de tijd hebben om methaan te produceren. Een kortere tijdsduur van mestopslag zorgt er juist voor dat bacteriën niet genoeg tijd hebben om organische stof af te breken. Hoe korter de opslagduur, hoe minder methaanvorming.

Een korte tijd van mestopslag, verlaagt de methaanproductie

Het verkorten van de mestopslagperiode kan op verschillende manieren:

In de stal direct de mest naar een gesloten opslag afvoeren

Veel emissiearme stalsystemen zijn zo bedacht dat mest of urine snel wordt afgevoerd van de vloer naar een opslag. Om een effectieve verlaging van de emissies te bereiken zijn verschillende aspecten belangrijk. Voor ammoniak is het besmeurde oppervlak en de luchtverversing boven het oppervlak van belang. De vloer moet dus zo schoon mogelijk zijn (geen resten urine) en in de opslag moet vrijwel geen luchtverplaatsing zijn (bijvoorbeeld een afgedekte mestsilo).


Voor methaan ligt dit anders. De methaanvorming kost meer tijd en is vooral gerelateerd aan de hoeveelheid mest die blijft liggen. Een schoon oppervlak is vanuit het oogpunt van methaan minder belangrijk.


De mestopslag moet daarentegen niet alleen afgedekt zijn, maar ook gasdicht zijn om methaanemissie te voorkomen. Afdekken alleen, ook gasdicht, (= beperken luchtverversing) helpt niet tegen methaanproductie. Om latere emissie van methaan te voorkomen, dient het methaan afgevangen en behandeld te worden.


Lees meer over het afvangen en behandelen van methaan op de pagina ‘methaan oxideren'.

1

Mest direct op het land terecht laten komen

Weidegang bij melkvee.

De mest die in de weide wordt uitgescheiden komt niet in een anaerobe (zuurstofloze) omgeving en er vormt dus vrijwel geen methaan. De opslagperiode is dan vrijwel nul. Omdat urine direct in de grond kan trekken, komt het niet in aanraking met mest. Hierdoor is ook de ammoniakemissie veel lager in de weide.

2

Zuurstofgehalte in de mest